Oude gebruiksvoorwerpen
De schuren van vroeger waren niet compleet zonder een bietenkelder. Onder een gemetseld gewelf, half onder de schuur was een ruimte van ongeveer 3 bij 6 meter gereserveerd voor de voederbieten. Aan de rand van onze draaicirkel hebben we er eentje ontdekt. In de huidige tijd heeft het gebruik duidelijk een ander karakter dan de oorspronkelijke doelstelling. De bieten werden door een luik aan de buitenkant in de kelder gedeponeerd. Een luik aan de kant van de dorsvloer bracht ze bij de bietenmolen om ze te verwerken tot hapklare brokken voor het vee.
In Hengstdijk hebben we geen voederbieten, koebieten, meer kunnen ontdekken. De teelt ervan is de laatste jaren sterk afgenomen.
Bij Wikipedia lezen we hierover het volgende:
De voederbiet (Beta vulgaris subsp. vulgaris var. crassa) behoort tot dezelfde soort als de suikerbiet, maar heeft een laag suikergehalte. Ze stammen uit de 18e eeuw. In 1790 wordt in het boek "
Het gebruik van de Schaarsheid- of Mangelwortel" de voederbiet al uitvoerig beschreven. Vroeger werden er in Nederland en België veel voederbieten geteeld. Tussen 1861 en 1870 werd er 5700 ha
voederbieten in Nederland geteeld en in 1920 was dit opgelopen tot 34000 ha. In 1948 werd er zelfs 66000 ha verbouwd en werd er onderscheid gemaakt in Rijkmakers, Groenkragen, Rosekragen,
Barres, Stompvoeten en overige typen. In 2005 werd er nog maar rond 500 ha voederbieten in Nederland verbouwd. Het blad werd in de herfst vervoederd en de bieten werden voor de winter ingekuild,
die in de winter aan de koeien werden gevoerd.
De bieten werden niet in hun geheel gevoerd, maar met een bietensnijder eerst in stukken gesneden. De opbrengst per ha aan bieten is ruim 16000 kg droge stof en aan bladeren met kop 4000 kg en is daarmee een gewas met de hoogste opbrengst. De bietenteelt is grotendeels verdrongen door de maïsteelt, die bij de oogst en vervoedering minder arbeid vraagt. Soms worden de gesneden bieten gemengd met maïs ingekuild.
Op de pagina van het museum MIAT in Gent vinden we de volgende informatie: Gietijzeren scherfmolen of raapmolen. Gietijzeren mand waar de rapen ingevoerd worden. Onder de mand zit een ronddraaiende trommel waar spiraalvormige messen zijn op gemonteerd. De trommel met messen wordt in beweging gezet door aan de zwengel te draaien.
Objectnaam: scherfmolen
Vervaardiger: Devleeschauwer
Materiaal: gietijzer
En dat is precies het type wat sinds kort vanuit Ossenisse een plekje gevonden heeft in een tuin in Hengstdijk. Vervang rapen door bieten en het zijn twee druppels water. De voederbieten die erbij horen hebben we met enkele aanwijzingen gevonden in de Pauluspolder langs de Zuidweg. Niet meer voor de koeien, maar voor de ezels die een stukje verder in de polder het laatste gras in het weiland verorberen. De voederbieten komen dan goed van pas.