top decoration

UIT GROOTMOEDERS TIJD

Oude gebruiksvoorwerpen

Rode zakdoek


productVan oudsher bestaan deze zakdoeken in twee maten: kleine voor in je zak - deze noem je mouchoirs - en de grote voor om je hals of hoofd - deze heten foulards. In het buitenland zie je vaak op de boerenzakdoek geïnspireerde bandana's, die meestal iets kleiner van formaat zijn en van dunnere stof gemaakt. De meekrap stoof, die hier vroeger stond, speelt ook een rol in de kleur van de zakdoek.
De meeste zakdoeken zijn rood, eertijds gekleurd door de wortel van de meekrapplant die vooral in de provincie Zeeland gekweekt werd. Ditzelfde rood zie je ook veel terug in de Zeeuwse klederdracht. Meekrap is een van de weinige natuurlijke pigmenten die kleurecht blijft. De rode zakdoek was bedoeld voor doordeweeks gebruik. Op zondag droegen de mannen een witte met rode motieven en de vrouwen een helemaal witte zakdoek. Wit met zwart was voor de rouw en wit met donkerblauw voor de halve rouw. De patronen op de zakdoeken zijn allemaal op dezelfde manier opgebouwd: een niet al te drukke symmetrische rand rond een middenvlak vol strooimotiefjes, met soms in het midden een medaillon met een voorstelling. In de randen zijn vaak ranken en guirlandes te vinden, maar ook bloemen, stippeltjes of geometrische motieven.

productDe meeste motieven zijn afkomstig van stoffen die in de 17e eeuw naar Europa kwamen uit het Verre Oosten zoals China, India en Perzië. Voorbeelden daarvan zijn gestileerde lotusbloemen, palmetten en paisley-motieven. Bij stoffenfabriek Vlisco in Helmond zijn stalenboeken, receptenboeken en tekeningen te vinden die teruggaan tot 1868. Veel van de oorspronkelijke ontwerpen, die nog steeds gedrukt worden, blijken al sinds het midden van de 19e eeuw te bestaan.

Bron voor een deel van de informatie: http://dutchhandkerchiefcompany.com/

Geschiedenis

Grieken en Romeinen hadden geen zakdoeken, tenminste niet om hun neus mee te snuiten. Dat deden ze gewoon met hun vingers. De Romeinen hadden wel een doek die diende om het zweet van hun voorhoofd te vegen, sudarium genoemd. In de 3de eeuw na Christus hadden de Romeinse matrones een muccinium en daar snuitten ze wel hun neus in. Ook de oude Egyptenaren kenden de zakdoek. In Japan deed de zakdoek zijn intrede in de 9de eeuw. In het Westen ontstond de zakdoek pas tijdens de Renaissance. Toch blijft het merendeel van de bevolking zijn neus tussen zijn vingers snuiten tot in het midden van de 20ste eeuw. De zakdoek was in die tijd vooral een uiterlijk teken van rijkdom. Ze werden rijkelijk versierd met kant en borduursel.

Gebruik

Algemeen wordt een zakdoek dus gebruikt om je neus in te snuiten. Toch kan men hem voor tal van andere zaken gebruiken. Men kan hem voor de mond of de neus houden om zich te beschermen tegen stank. Hij kan gebruikt worden om tranen te drogen. Om een wonde mee droog te deppen. Als hij groot genoeg is, zelfs als windsel. Men kan de zakdoek gebruiken om iets mee op te kuisen. Men kan de zakdoek gebruiken om zijn zweet af te vegen. Vaak wordt een zijden zakdoek in de borstzak van een herenkostuum gedragen. Vroeger werden zakdoeken ook gebruikt om mensen uit te wuiven, op het perron bvb. of wanneer er een boot vertrok.

Bron: Wikipedia: le mouchoir

Boer en tuin

 

Huishoudelijk

Diversen

Gereedschap

Eten